- Beheer het bestandssysteem en de randapparatuur met behulp van de gebruikersomgevingstools die door het besturingssysteem en de netwerkservices worden geleverd, volgens de ontvangen instructies. - Gebruik multimedia-apparaten en applicaties om informatie te beheren, volgens de ontvangen instructies. - Gebruik tekstverwerkingsprogramma's op kantoor om eenvoudige documenten op een nette en overzichtelijke manier voor te bereiden, waarbij u de instructies volgt en specifieke formaten gebruikt. - Gebruik andere kantoortoepassingen (onder andere databases, presentaties, spreadsheets) om informatie op te slaan en te verkrijgen met behulp van reeds voorbereide ontwerpen, volgens de ontvangen instructies. - Gebruik internetbronnen om informatie over het interne en externe netwerk te zoeken en te verkrijgen, met behulp van browsers en door de ontvangen instructies te volgen. - Wissel informatie uit met behulp van internetdiensten (onder andere e-maildiensten, berichten- en virtuele trainingsplatforms) en diensten die worden aangeboden door het bedrijfsintranet, volgens de ontvangen instructies.