- Deelnemers voorzien van de nodige kennis die hen in staat stelt basisvaardigheden en kwalificaties op de werkplek te ontwikkelen om hun professionaliteit te verbeteren en voor meer stabiliteit op de arbeidsmarkt te zorgen. - Werknemers voorzien van de kennis van de Engelse taal die nodig is voor de juiste ontwikkeling van hun baan en om hen in staat te stellen zichzelf binnen hun bedrijf te promoten. - Deelnemers voorzien van basiskennis van de Engelse grammatica en woordenschat. - Pas de kwalificaties van werknemers aan aan de veranderingen die het nieuwe raamwerk van de Europese Unie teweegbrengt, waarin kennis van de Engelse taal essentieel is als betaalmiddel in de communicatie tussen landen. specifieke doelstellingen - Werknemers opleiden met de nodige hulpmiddelen om teksten en eenvoudige gesprekken in de Engelse taal te begrijpen. - Basiswoordenschat introduceren met betrekking tot de onderwerpen: getallen, landen en nationaliteiten, familie, karakter, kleding, aanwijzingen geven en ontvangen, hobby's, dates, weer, huis, lichaamsdelen, omgeving, maaltijden... - Werknemers voorzien van basisbegrippen zodat ze de meest voorkomende en frequente uitdrukkingen in de Engelse taal kunnen gebruiken. - Zorg ervoor dat werknemers de verbale vorm in het Engels gebruiken die geschikt is voor elke situatie. - Correctie bewerkstelligen in de structuur van de zinnen geformuleerd door de werknemers. - Ga dieper in op elk van de deeltjes waaruit de zin bestaat: lidwoord, zelfstandig naamwoord, voornaamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, voorzetsels, bijwoorden... in de Engelse taal. - Train werknemers om de passieve stem, indirecte spraak en voorwaardelijke zinnen te begrijpen.