- Identificeer de kleine infrastructuren die nodig zijn voor het aanleggen, forceren en beschermen van gewassen en organiseer de operaties om deze uit te voeren. - Identificeer de orografische kenmerken van het terrein die het beheer, de productiviteit en de winstgevendheid van gewassen beïnvloeden. - Beschrijf de werkzaamheden van het opruimen, egaliseren, terrassen, drainage en kleine grondwerken die nodig zijn om orografische beperkingen aan gewassen te elimineren, met vermelding van de materialen en machines die nodig zijn om deze uit te voeren. - Uitleg geven over de wateropvang-, opslag- en distributiesystemen, met vermelding van de handelingen, materialen en machines die nodig zijn voor de implementatie ervan. - Beschrijf de soorten omheiningen, windschermen, wegen en andere infrastructuur die nodig zijn om de resultaten van de exploitatie te optimaliseren, met vermelding van de materialen en machines die worden gebruikt voor de uitvoering of installatie ervan.